Een honden- en kattenasiel is een algemeen begrip in Nederland. De meeste mensen hebben een duidelijk beeld van wat er in zo’n asiel gebeurt. Maar de term ‘wildopvang’ is veel minder bekend. Worden daar leeuwen en tijgers opgevangen? Is het een dierentuin met wilde dieren? Wat is een wildopvang nou precies?

We hebben lang getwijfeld over hoe we onze stichting zouden omschrijven. Noemen we het een vogelopvang? Nee, want we gaan meer opvangen dan alleen vogels. Noemen we het een faunaopvang? Relatief weinig mensen bleken ‘fauna’ te begrijpen, dus ook deze optie hebben we doorgestreept. Dierenopvang? Ook niet, dat is te algemeen en bijvoorbeeld huisdieren behoren niet tot onze doelgroep. Wildlife rescue center dan? Dat dekt de lading beter, maar we willen liever geen Engelse naam. Uiteindelijk hebben we voor ‘wildopvang’ gekozen.

Een wildopvang vangt wilde dieren op die om wat voor reden dan ook hulpbehoevend zijn geworden. In de praktijk blijkt het overgrote deel van deze dieren door direct of indirect menselijk toedoen in de problemen te zijn gekomen. Wij vinden het belangrijk dat we iets voor deze dieren kunnen betekenen.

Steenuil

Twee stappen

Het opvangtraject is simpel gezegd in twee stappen op te delen, namelijk revalidatie en rehabilitatie. Nadat een hulpbehoevend dier bij een wildopvang is binnengebracht en onderzocht is start de revalidatie; het dier wordt weer ‘beter gemaakt’. De (medische) verzorging die daar voor nodig is kan heel uiteenlopend zijn. Soms is een simpel zalfje op een wond genoeg en soms is er een operatie nodig. Wilde dieren zijn gelukkig erg sterk en kunnen hun problemen vaak heel goed zelf oplossen wanneer ze de nodige ondersteuning krijgen. Een couveuse of goede voeding kan dan al genoeg zijn.

Klaarstomen

Na de revalidatieperiode kan het dier in principe weer op eigen poten staan. Wanneer de revalidatie niet te lang heeft geduurd kan het dier snel weer terugkeren naar de natuur.

Helaas duurt de revalidatie vaak toch wat langer en dan is het nodig dat het dier rehabiliteert voordat het weer vrijgelaten kan worden. Ook dieren die als jong zijn binnengebracht kunnen niet zomaar losgelaten worden zodra ze zelfstandig zijn. Ze hebben in de opvang immers nooit wat van de buitenwereld meegekregen.

Tijdens het rehabilitatieproces, wat vooral in buitenverblijven plaatsvindt, went het dier (weer) aan het leven in de natuur. Wind, regen, dag- en nacht, geluiden; alle omstandigheden en prikkels die het dier buiten te verwerken krijgt worden (weer) vertrouwd. De buitenverblijven zijn hiervoor aangekleed met natuurlijke elementen zodat de dieren gestimuleerd worden in hun natuurlijke gedrag. Voedsel ligt niet meer klaar in bakjes maar moet verzameld worden, er is geen zacht handdoekje meer om op te zitten en er moet weer getraind worden met vliegen, klimmen en klauteren. Het doel van de rehabilitatie is het klaarstomen voor terugkeer in de natuur.

Dierenziekenhuis

Een opvangcentrum moet over veel verschillende faciliteiten beschikken om alle verschillende diersoorten het herstelproces te kunnen laten doorlopen. Er zijn couveuses, ‘intensive care verblijven’, vliegkooien, bassins, speciale zoogdierverblijven en veel andere zaken nodig. Een wildopvang wordt niet voor niets vaak een ziekenhuis voor wilde dieren genoemd.

Diersoorten

Elke wildopvang beslist, afhankelijk van welke kennis en kunde er in huis is, welke diersoorten opgevangen worden. Sommige opvangcentra vangen uitsluitend vogels op terwijl anderen zich juist op reeën richten. Avolare gaat vogels en klein wild zoals egels, vleermuizen en konijnen opvangen.
Hoe we dat precies gaan doen vertellen we later!