In september 2021 opende Stichting Avolare de deuren voor het publiek. De realisatie van het bezoekerscentrum was afgerond en na een openingsevenement, door de geldende coronamaatregelen beperkt tot een online live stream, kwam de stroom bezoekers goed op gang.

Thijs Devlin, directeur van Stichting Avolare: “Het is fantastisch om te zien dat zoveel mensen interesse hebben getoond in onze organisatie, missie en toekomstplannen.” Omdat Avolare naast het opvangen van wilde dieren zich ook inzet op het gebied van educatie en haar verhaal graag wil overbrengen, is de stichting verheugd met de bezoekersaantallen.
Devlin: ”Tijd voor de volgende stap!”

Die volgende stap, het opstarten van de wildopvang, werd gehinderd door vele moeilijkheden. Mede door de coronacrisis bleek het lastig om aan de gewenste apparatuur en materialen te komen. Ook de aanvraag voor de benodigde ontheffing om wilde dieren te mogen opvangen liep vertraging op. Devlin: “Dat zorgde voor veel vragen bij het publiek. Begrijpelijk, want het pand straalde uit dat het allemaal al geregeld zou zijn.” 

Op 5 april was het dan zo ver en werd de eerste patiënt binnengebracht. Aan Dierenambulance Arnhem e.o, onderdeel van Dierentehuis Arnhem, de primeur. “We zijn blij dat we de dieren uit de natuur nu bij Avolare kunnen onderbrengen” aldus algemeen manager van Dierentehuis Arnhem Karin Mooijekind, “de nood werd voor ons hoog doordat er steeds minder opvangcentra zijn.”

Als de eerste stap voltooid is en de processen binnen de wildopvang goed verlopen, gaat Avolare ook andere dierenambulance-organisaties uitnodigen en kunnen ook particulieren een gevonden dier naar het centrum brengen. Devlin: “We krijgen veel aanvragen voor samenwerkingen en we kijken er naar uit samen een sterk en toekomstbestendig netwerk te vormen. Maar we willen zorgvuldig te werk gaan en onszelf niet in het diepe gooien.” Als Avolare op volle sterkte draait heeft de stichting de capaciteit voor 10.000 hulpbehoevende dieren per jaar.